Giet de inhoud van een zakje in een groot glas water (200 ml)
Goed mengen en de inhoud van het glas uitdrinken
- zuigelingen van 3 maand tot 1 jaar
In geval van te vlotte stoelgang en afhankelijk van de ernst van het verlies van lichaamsvocht (gewichtsverlies geëvalueerd op minder dan 10 %) moet 150 tot 200 ml/kg/ 24 uur van dit preparaat worden toegediend, met een maximum van 5 zakjes per dag (= 100 ml) of volgens het advies van de arts. De helft van deze hoeveelheid moet gedurende de eerste 8 uur worden toegediend, de andere helft gedurende de volgende 16 uur.
Wanneer de te vlotte stoelgang vergezeld gaat met braken, kan men de hoeveelheid in fracties toedienen (5 à 10 ml om de 5 minuten) . Deze zulen geleidelijk worden verhoogd tot het kind normaal kan drinken. Indien de toestand binnen de eerste 24 uur bevredigend is, moet men progressief aan de zuigeling terug melk toedienen
bijvoorbeeld :
dag 1 : 100 % SOPARYX
dag 2 : 75 % SOPARYX + 25 % voeding
dag 3 : 50 % SOPARYX + 50 % voeding
dag 4 : 25 % SOPARYX + 25 % voeding
Soparyx en de melk voor zuigelingen moeten afzonderlijk worden klaargemaakt en kunnen eventueel daarna worden gemengd. Nooit het zuivere melkpoeder in de soparyx bereiding oplossen.Wanneer de spijsverteringsstoornissen (braken, te vlotte stoelgang) of centrale stoornissen (slaperigheid, rusteloosheid, ademhalingsstoornissen, verhoogde temperatuur) aanhouden, moet men onmiddellijk een arts raadplegen die zal bepalen welke houding moet worden aangenomen.
- kinderen ouder dan 1 jaar
De eerste dag moet 200 ml / kg / 24 uur van dit preparaat worden toegediend, met een maximum van 5 zakjes (= 1000 ml ) of volgens het advies van de arts. De volgende dagen moet opnieuw een voeding op bais van gekookte groenten en vlees of vis worden ingevoerd. De toediening van SOPARYX moet geleidelijk verminderd worden
5 zakjes per dag gedurende 3 tot 4 dagen gecombineerd met een aangepast licht dieet